De nieuwgekozen president Donald Trump heeft het Hooggerechtshof vrijdag gevraagd om het mogelijke TikTok-verbod op te schorten totdat zijn regering een “politieke oplossing” voor de kwestie kan nastreven.
Het verzoek kwam toen TikTok en de regering-Biden een tegenvoorstel bij de rechtbank indienden, waarin het bedrijf betoogde dat de rechtbank tegen 19 januari een wet moest schrappen die het platform zou kunnen verbieden, terwijl de regering haar standpunt benadrukte dat het statuut nodig is om een nationaal veiligheidsrisico.
“President Trump neemt geen standpunt in over de onderliggende merites van dit geschil. In plaats daarvan verzoekt hij het Hof respectvol te overwegen om de deadline voor afstoting van de wet, namelijk 19 januari 2025, op te schorten, terwijl het de merites van deze zaak in overweging neemt”, aldus de amicusbrief van Trump, die geen van beide partijen in de zaak steunde.
De indieningen komen vooruit op mondelinge argumenten die gepland zijn voor 10 januari over de vraag of de wet, die vereist dat TikTok moet afstoten van zijn in China gevestigde moederbedrijf of een verbod moet ondergaan, de spraak op onrechtmatige wijze beperkt in strijd met het Eerste Amendement.
Eerder deze maand bevestigde een panel van drie federale rechters van het Amerikaanse Hof van Beroep voor het District of Columbia Circuit unaniem het statuut, wat ertoe leidde dat TikTok in beroep ging tegen de zaak bij het Hooggerechtshof.
In de brief van Trump staat dat hij tegen het verbieden van TikTok op dit kruispunt is en “de mogelijkheid zoekt om de problemen met politieke middelen op te lossen zodra hij aan de macht komt.”