Het was deze universaliteit van de boodschap die Piotr wilde vertalen in de beelden die hij maakte. Door de gebeurtenissen los te koppelen van een specifieke locatie of tijdlijn, was Piotr “op zoek naar een verhaal waar het politieke en poëtische elkaar kruisen”, waarbij hij zijn intuïtie gebruikte om zich sterk te concentreren op details, gebaren en kleur. Misschien komt dit voort uit Piotr's creatieve reis, die oorspronkelijk schilderkunst studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Bologna voordat hij overstapte op fotografie, aangetrokken door de mobiliteit van het medium. Deze schilderkunstige benadering van het maken van beelden komt tot uiting in een bijzonder opvallend shot uit de serie: een activist ondergedompeld in een wolk van roze oranje rook, hun hand van binnenuit uitgestrekt, de rest van hun lichaam en kleding slechts een omtrek. Met een filmische kwaliteit resoneert het beeld om een aantal redenen, vanwege het gevoel dat het zou kunnen hebben bij elk protest, waar dan ook, maar ook vanwege de resonantie met de betreffende zaak, het gevoel dat vervuilde lucht de overhand krijgt en degenen in beeld verstikt.
Piotr wilde ook de veelzijdige aard van de directe actie laten zien, en “de vele contrasten die je in korte tijd ervaart”. Eén afbeelding toont een piano, gestationeerd bij de activisten die deelnemen aan een boomhutbezetting dichtbij de fabriek, drijvende constructies die eruit zien als iets uit de stoutste dromen van een kind. “Als je de klanken door het bos hoort echoën, is het echt vredig”, zegt Piotr. Terwijl anderen – slechts enkele uren later – een ander verhaal zijn, samenwerkend met mensen en georganiseerde chaos. Een horde activisten met blauwe petten zwermen naar de fabriek. Bovenal is deze burgerlijke ongehoorzaamheid bedoeld om het gesprek op gang te brengen en het bewustzijn te vergroten over de impact van de fabriek, waarover niet veel bericht wordt.
De reactie van de politie op deze specifieke niet-gewelddadige actie was in grote lijnen disproportioneel, een feit dat volgens Piotr “steeds typischer is”, maar nog steeds “zeer weinig tot geen mediadiscussie” krijgt. Een ander schot toont een groep zwaar gepantserde politieagenten die ook het terrein beklimmen, met wapenstokken, pepperspray en tasers. Maar de weinige beelden van de politie zijn in de minderheid dan de beelden die tekenen van solidariteit tonen; een doolhof van handen die elkaar vasthouden; vier lichamen die een gevallen figuur beschermen; activisten die anderen helpen over het oneffen terrein. Door de serie heen worden deze kleine gebaren van saamhorigheid een klinkend signaal van wat werkelijk triomfeert, en hoe we hand in hand kunnen vechten voor een betere toekomst.