Ik heb zoveel verhalen over in realtime gefilterd worden. Een heel leven geleden was ik een Amerikaanse dichter en publiceerde mijn debuut in het zwarte gat van het begin van de COVID-19-pandemie. Ik zag hoe mijn boek uit de Amerikaanse uitgeverswereld werd gefilterd, omdat het werd gewist uit publiciteitslijsten vol met mijn niet-Palestijnse poëziecollega’s, omdat het werd genegeerd door de media, ook al had mijn pers ruim zes maanden van tevoren galeien gestuurd, omdat mijn… De landelijke tour werd afgezwakt tot Zoom-vermoeide kamers. Ik wist dat het publiceren van een uitgebreid, hybride genre, experimenteel werk – laat staan één over Palestina – mijn boek voor velen onverteerbaar zou maken. Ik was trots op de manier waarop het de plankruimte van een kleine roman in beslag nam, in strijd met de norm van de poëzie-industrie van dunne, schone, gesteriliseerde boeken, waarvan er vele op zijn zachtst gezegd oninteressant of onbereikbaar waren. Een boek durven uitgeven als Geboorterecht was zijn eigen experiment in filtering en overdaad, een lakmoesproef van wat de Amerikaanse verbeelding kon verdragen in zijn kunst en letteren.
In de jaren die volgden heeft het boek vele hiernamaals meegemaakt. Een paar grote prijzen en nominaties hielpen daarbij, maar veel belangrijker was dat het vooral werd verspreid door het beoogde publiek: queer/trans- en SWANA-boekenclubs, ruimtes waar mensen zich organiseren voor de Palestijnse bevrijding, syllabi voor antikoloniale literatuur, en in de gaven van vele kameraden. In de zomer van 2021, toen velen van ons op straat waren om te protesteren tegen de zionistische etnische zuiveringen in Sheikh Jarrah, werd ik getagd in tientallen posts van mensen die mijn boek bij zich hadden—soms letterlijk, soms tussen aanhalingstekens op bordjes—bij bijeenkomsten en acties. Dit betekende meer voor mij dan welke prijs dan ook ooit zou kunnen doen.
En toen kwam oktober 2023. Velen van ons hebben zich gemobiliseerd en zich opnieuw gefocust om literaire instellingen onder druk te zetten om de Palestijnse Campagne voor de Academische en Culturele Boycot van Israël over te nemen.PACBI) als een geweldloze verzetstactiek die geïnspireerd was door de beweging tegen de Zuid-Afrikaanse apartheid. Velen van ons beschouwden stappen als PACBI als een absolute minimale eerste stap in de richting van materiële steun voor de Palestijnse bevrijding. Wat in plaats daarvan volgde, was een muur van stilte: het literaire establishment, waaronder de meeste van de grootste literaire organisaties van het BIPOC en de queer-identiteit, verenigden zich in apathie. Wat volgde, toen deze organisaties te maken kregen met steeds intensere reacties naarmate deze genocide zich versnelde, waren naar mijn mening performatieve gebaren die eerder bedoeld waren om de publieke opinie te sussen dan om Palestina te steunen: PEN-Amerikana maanden van vertragingen waarin werd opgeroepen tot een staakt-het-vuren, plaatste een promotie voor mijn boek, die ze al jaren negeerden.
Enkele van ’s werelds meest prestigieuze literaire instellingen en tijdschriften, met een verachtelijke, decennialange anti-Palestijnse geschiedenis, bereikten leesverzoeken en verzoeken met erbarmelijke honoraria die op de markt werden gebracht als herstelbetalingen aan het Palestijnse volk. Literaire organisaties die hebben gezwegen over PACBI, die onze stemmen alleen kunnen verteren wanneer ze in een normaliserende tegenstelling aan onze bezetters worden gepresenteerd, wilden plotseling mij en velen in mijn gemeenschap publiceren. Toen ik op een aantal van deze verzoeken reageerde, vroeg ik hen om nullen toe te voegen aan het einde van hun honoraria en deze te doneren aan de Gaza Dichtersvereniging in plaats daarvan kreeg ik op zijn best lauwe afwijzingen.
Bijna elke dag krijg ik een verzoek van een mede-Palestijnse schrijver, die om advies vraagt bij het navigeren door deze representatievoorstellingen die structureel niets veranderen in een wereld die deze genocide voortzet. Hoeveel geslachte kinderen waren er nodig voordat het Amerikaanse publiek aandacht aan ons begon te schenken? Waarom was er een nieuwsoptreden nodig waarin tientallen afgeslachte familieleden in Gaza werden besproken voordat sommigen van jullie dichters als Fady Jouda ernstig? Hoe is het met jouw verwoesting vandaag?, vroeg Joudah in een recent gedicht waarmee ik publiceerde Mizna. Aan zijn vraag voeg ik er specifiek een toe voor Amerikanen: Hoe is uw uitvoering van onze verwoesting vandaag??
Eerlijk gezegd draait mijn maag tegenwoordig elke keer om als ik getagd word in een bericht over mijn boek. Ik wil de meesten van hen, hoe goedbedoelend ze ook zijn, vertellen: Heb je iemand uit Gaza gelezen? Heb je gekeken naar de ongefilterde werkelijkheid ervan? Welke verschrikkingen worden hier gemaskeerd of gefilterd? Welke gesprekken moesten er plaatsvinden om zelfs maar een zorgprestatie uit te lokken? Af en toe zal een kleine interactie over mijn werk de ruis doorbreken: een creatieve directe actie die inspiratie putte uit mijn werk Markov-sonnet poëtische vorm, een vriend die mij tagt in een foto van mijn boek, ontheemd en doorweekt na een politie-inval in een kampement. Maar zelfs het kleine beetje hoop dat ik aanraak herinnert aan jou: mijn dood, jij van wie ik probeer lief te hebben, welke onvoorstelbare hopeloosheid jij moest meemaken.
Ik wil van hopeloosheid een tunnel maken. Ik wil deze woorden doornemen in de hoop dat onze verwanten ergens in Gaza de lucht weer zullen zien zonder deze te worden. Ik wil de wereld van dit land tegenhouden, elke burger tegenhouden en hen dwingen de onmogelijke schuld aan Gaza te zien die we collectief verschuldigd zijn. Ik wil dat iedereen behalve een Amerikaan het laatste woord heeft.