Uit recente rapporten is gebleken dat de dure technologie voor bewaking van de zuidelijke grenzen zijn doel niet bereikt.
Een uitgelekte memo verkregen door NBC-nieuws onthult dat bijna een derde van de camera’s op de belangrijkste bewakingstorens aan de grens momenteel offline zijn.
Uit het rapport blijkt dat van de 500 camera’s die zijn geïnstalleerd op bewakingstorens langs de grens tussen de VS en Mexico, er momenteel ongeveer 150 inactief zijn.
Overlappende instanties en gefragmenteerde verantwoordelijkheden
Een van de kernproblemen met de bewakingstorens ligt in het ingewikkelde web van federaal toezicht. Terwijl de grenspatrouille afhankelijk is van deze systemen om afgelegen gebieden te monitoren, is de Federal Aviation Administration (FAA) verantwoordelijk voor het onderhoud van de torens. Deze verdeling van verantwoordelijkheid leidt tot vertragingen bij reparaties en onderhoud, waardoor de effectiviteit van het netwerk wordt ondermijnd.
Het Remote Video Surveillance System, waar veel van deze camera’s zijn geïnstalleerd, is slechts een onderdeel van het bredere surveillancenetwerk. Het hele systeem wordt echter belemmerd door slechte coördinatie, frequente annuleringen van projecten en incompatibele technologieën die door verschillende leveranciers zijn ontwikkeld.
De geschiedenis van de bewakingstechnologie aan de grens wordt gekenmerkt door vertragingen, budgetoverschrijdingen en geannuleerde programma’s. Een prominent voorbeeld is het Secure Border Initiative Network (SBInet), dat tot doel had torens over de grens tussen de VS en Mexico te plaatsen. In 2010 waren er, na 1 miljard dollar te hebben uitgegeven, slechts 15 torens geïnstalleerd langs een strook van 80 kilometer van de grens van Arizona, die slechts een fractie van de 600 kilometer besloeg. Het programma werd uiteindelijk in 2011 geschrapt na interne beoordelingen waarin kritiek werd geuit op de prestaties en de hoge kosten.
Er zijn pogingen ondernomen om SBInet te vervangen door nieuwe initiatieven, zoals het Arizona Border Surveillance Technology Plan en het Southwest Border Technology Plan. Ze hebben het echter ook moeilijk.
De afgelopen twintig jaar heeft de Amerikaanse regering bijna zes miljard dollar uitgegeven aan bewakingstorens en zich ingespannen om de verschillende systemen te consolideren in het Integrated Surveillance Towers-netwerk. Er zijn echter uitdagingen als gevolg van incompatibele componenten en verouderde technologie.
Een terugkerend probleem bij de bewakingstorens is het ontbreken van zinvolle prestatiegegevens om de effectiviteit ervan te evalueren. In een Rapport 2017bekritiseerde het Government Accountability Office (GAO) de grenspatrouille omdat deze niet kon beoordelen of deze technologieën de veiligheid verbeterden. De GAO drong er bij het agentschap op aan om prestatiestatistieken te ontwikkelen, maar recente beoordelingen suggereren dat er weinig vooruitgang is geboekt.
In februari 2023 merkte de GAO op dat functionarissen van de Douane en Grensbescherming (CBP) operationele tekorten verwachten van wel 36% in 2025, waardoor meer torens het risico lopen niet meer te functioneren. Zonder duidelijke maatstaven voor succes blijft het moeilijk om te bepalen hoeveel deze dure surveillancesystemen bijdragen aan de nationale veiligheidsinspanningen.
De storingen hebben de agenten van de grenspolitie gefrustreerd, die afhankelijk zijn van de camera’s om uitgestrekte, afgelegen gebieden in de gaten te houden. Er zijn legitieme zorgen over de veiligheid van officieren en grensbeveiliging vanwege niet-operationele torens.