SC heeft een PIL afgewezen waarin hij instructies vroeg aan het Centrum om de werking en het gebruik van WhatsApp te verbieden. Bestand | Fotocredit: Reuters
Het Hooggerechtshof heeft op donderdag (14 november 2024) een PIL afgewezen waarin om aanwijzingen aan het Centrum werd verzocht de werking en het gebruik van WhatsApp verbieden als het de bevelen van de autoriteiten in het land niet opvolgt.
Lees ook: Er kan gekeken worden naar ‘selectief verbod’ op berichtenapps: TRAI
Een rechtbank MM Sundresh en Aravind Kumar zeiden dat het niet geneigd was om het pleidooi in te willigen dat was ingediend door de in Kerala wonende Omanakuttan KG, een software-ingenieur.
Omanakuttan betoogde in zijn pleidooi dat het berichtenplatform had geweigerd te voldoen aan de Information Technology (Intermediary Guidelines and Digital Media Ethics Code) Rules, 2021.
De PIL beweerde dat WhatsApp de fundamentele rechten van de burgers schendt die worden gegarandeerd door artikel 21 van de Grondwet en een potentiële bedreiging vormt voor het nationale belang en de nationale veiligheid.
„Als de app niet bereid was zijn technologie te veranderen en niet samenwerkte met de overheid, zou hij niet in het land mogen opereren. Het Centrum had veel websites en mobiele apps verboden omdat ze tegen de belangen van het land handelden“, aldus de woordvoerder. pleidooi gezegd.
Gepubliceerd – 14 november 2024 17:05 IST