Eenentwintig elegieën
wie is de eigenaar van het verdriet van deze vleugels? hoe treurt de hemel?
uit wraak pikken de kraaien gaten in onze stijgende gebeden.
uit protest weigert de regen. Nee, we hebben de regen gedood.
& de meerval. & de mosselen. & de vliegende vos. het wit
van onze handpalmen een vloek die we uiten, willen. vreselijk
koningen, alles wat we aanraken, zegenen we uit het bestaan.
wat zal er aan het einde van ons leven zijn? de ō'ō verdwenen
zelfs de naam schokte door het overlijden ervan. Hawaï, zoals alles,
elke dag dat ze Amerikaans is, sterft ze een beetje.
al die as in Maui. de vogels stierven van verdriet.
de vogels, de mensen, het land, de vogels
de mensen, het land, de vogels, het verdriet,
het verdriet, het verdriet, het gevleugelde verdriet en overal.
Houd je van de wereld? Waarom huil je niet?
je bent nergens. je hart is een plek van niets.
er is geen hemel in jou. jij hebt geen vogels.
wij hebben geen vogels. vroeger waren we dieren.
nu is de wereld in ons verloren. vergeef ons, moeder.
We hebben je zo terloops vermoord. & aan onze zussen
de vogels, we hebben geen recht op gunsten, maar vliegen aan zijn oor
zeg god dat het weer tijd is voor de regen.