Of het nu gaat om een pilatesles op zaterdag of een hardloopclub op zondag, sporten in het weekend kan een leuke manier zijn om te ontspannen van de stress van de week. Maar nieuw onderzoek vindt dat een ‘weekend warrior’-oefeningspatroon – slechts één of twee sessies fysieke activiteit tijdens het weekend – cognitieve voordelen zou kunnen hebben.
Het onderzoek, gepubliceerd in de Brits tijdschrift voor sportgeneeskundebeoordeelde twee sets enquêtegegevens uit de Mexico City Prospective Study van 1998 tot 2004 en van 2015 tot 2019. Dit vormde een steekproefomvang van iets meer dan 10.000 mensen, met een gemiddelde leeftijd van 51 jaar.
In het eerste onderzoek werden bewegingspatronen geanalyseerd, waarbij de deelnemers werd gevraagd of ze aan lichaamsbeweging deden of sportten, evenals de frequentie en duur van hun lichaamsbeweging. Uit deze antwoorden creëerden de onderzoekers vier ‘groepen’: geen sporters (7945 respondenten), de ‘weekendstrijders’ (726), de regelmatig actieven (1362), en een gecombineerde groep van zowel weekendstrijders als de regelmatig actieven (2088). .
Bij het tweede onderzoek werd jaren later gekeken naar de cognitieve functie, met behulp van het Mini Mental State Exam. Degenen met een lagere score wezen op milde cognitieve stoornissen, of MCI.
Tijdens de monitoringperiode hadden 2400 personen gevallen van MCI. De prevalentie van cognitieve stoornissen was het hoogst onder geen sporters. En na controle voor verschillende invloedrijke factoren (zoals leeftijd, opleidingsniveau, roken, nachtelijke slaap, dieet en alcoholinname), hadden weekendstrijders minder kans om MCI te ontwikkelen dan degenen die niet aan lichaamsbeweging deden.
In het onderzoek schatten de onderzoekers dat ongeveer 13 procent van de MCI-gevallen vermeden zou kunnen worden als alle volwassenen van middelbare leeftijd gedurende de week minstens één of twee keer zouden sporten.
Aangezien dit een longitudinaal onderzoek is, is er meer onderzoek nodig om te beoordelen of er een causaal verband bestaat tussen inspanning en cognitief functioneren. Maar het is geen verrassing dat lichaamsbeweging een beschermer kan zijn.
“Beweging kan de concentraties van neurotrofe factoren en de plasticiteit van de hersenen verhogen”, schrijven de auteurs. “Fysieke activiteit wordt ook geassocieerd met een groter hersenvolume, een grotere uitvoerende functie en een groter geheugen.”