De voormalige socialistische premier Costas Simitis, die wordt beschouwd als een reformist in de Griekse politiek en een drijvende kracht achter belangrijke politieke momenten die de toekomst van het land bepaalden, is zondag op 88-jarige leeftijd overleden.
Simitis, een hoogleraar rechten, verving Andreas Papandreou in 1996 als leider van de Pan-Helleense Socialistische Beweging (Pasok) en was tot 2004 premier.
De meeste Griekse politici noemden hem een ‘modernist’ en ‘reformist’ die het land op het goede spoor bracht met de normen van de Europese Unie.
“Europa rouwt met het Griekse volk om het verlies van voormalig premier Costas Simitis – een diep pro-Europese en visionaire politicus. Een leider wiens nalatenschap een speciale plaats inneemt in de Griekse en Europese politiek”, aldus Roberta Metsola, voorzitter van het EU-Parlement.
Tijdens zijn mandaat als premier voerde hij een reeks economische hervormingen door, waardoor het overheidstekort en de staatsschuld werden teruggedrongen en de weg werd vrijgemaakt voor de toetreding van Griekenland tot de eurozone in januari 2001.
Bijna zes jaar later maakte het land echter een van de ernstigste economische crises door, waardoor het land uit de eurozone dreigde te ontsporen.
Pasok en Simitis gaven de opvolger van de conservatieve Nieuwe Democratie (EVP)-regering van Costas Karamanlis de schuld en beweerden dat zij de overheidsfinanciën hadden verstoord.
Later bekritiseerde Simitis ook de Europese Commissie omdat ze niet al te waakzaam was bij het toezicht op de wijze waarop de conservatieve regering met de overheidsfinanciën omging.
Conservatieven reageerden door te zeggen dat het tijdperk van Simitis en de socialistische regeringen vóór hen werden gekenmerkt door hoge corruptie, wat tot een economische impasse leidde.
Politiek gezien had Simitis het altijd moeilijk gehad modus vivendi met Pasok-oprichter Andreas Papandreou, die als meer links werd beschouwd.
Deze laatste beweerde vaak dat Simitis in het geheim zijn leiderschap ondermijnde en dat hij geen echte socialist was.
Bovendien kwam Simitis, als onderdeel van zijn modernistische agenda, in botsing met de Grieks-orthodoxe kerk, die nog steeds een aanzienlijke invloed heeft in de binnenlandse politiek, nadat zijn regering de religieuze verwijzing van nationale identiteitskaarten had verwijderd.
De Egeïsche crisis en Cyprus
Twee mijlpaalgebeurtenissen markeerden zijn mandaat op het gebied van het buitenlands beleid.
De eerste was de militaire crisis met Turkije in 1996 over de soevereiniteit van de bewoonde eilandjes Imia in de Egeïsche Zee.
De Imia-crisis maakt deel uit van een breder conflict tussen de twee NAVO-buren over de soevereiniteit in de Egeïsche Zee, dat nog steeds voortduurt.
Griekse en Turkse speciale troepen landden op de eilandjes, waardoor de twee landen op de rand van oorlog kwamen te staan. De spanning was zo hoog dat Washington onmiddellijk ingreep en de twee landen opriep een stap terug te doen.
De regio werd vervolgens bestempeld als een ‘grijze zone’, wat in Athene aanleiding gaf tot heftige reacties tegen Simitis, die tijdens een toespraak in het Griekse Huis ook de Amerikanen bedankte voor hun tussenkomst in het de-escaleren van de spanningen.
Een andere gebeurtenis was de diplomatieke manoeuvre van Simitis om zijn EU-partners ertoe aan te zetten Cyprus in 2004 in de EU op te nemen als onderdeel van de “grote golf” van uitbreiding van de EU.
De stap werd beschouwd als een succes voor het buitenlands beleid van Griekenland. Het geschil tussen Cyprus en Turkije was een Europese aangelegenheid geworden, en daarom nam de diplomatieke invloed van het kleine eiland in de Middellandse Zee ten opzichte van Ankara toe.
Twintig jaar later blijft de kwestie-Cyprus echter onopgelost, terwijl het Turkse EU-traject wordt toegejuicht.
(Bewerkt door Alice Taylor-Brace)
Source link