De ontwerpen van Racer herinneren aan de kleding die de oprichters zich ooit voorstelden te bezitten: westerse tienertrends uit de late jaren 2000 en vroege 2010, opnieuw vormgegeven door de lens van het post-Sovjet-erfgoed. Deze stukken zijn niet louter echo’s uit het verleden; ze belichamen een speelse kritiek op nabijheid en aspiratie – ‘zo dichtbij en toch zo ver weg’.
Freel’s fotografie legt deze essentie vast, overbrugt humor en ontroering en versterkt tegelijkertijd Racer’s ethos van doordachte zelfreflectie. Het resultaat is een project dat resoneert met culturele specificiteit en tegelijkertijd universele herkenbaarheid biedt.