Soms zijn de beelden die hij tovert rapsodisch, zoals de naakte, gloeiende man die door een roze hemel zweeft in ‘Celestial Body, 2020’. Andere werken dragen aanwijzingen voor een apocalyps. Zoals het stel in ‘Honey, 2022’, dat gevangen wordt in een moment van tedere nabijheid, hun hoofden naar elkaar gebogen terwijl ze in een kus leunen tegen een achtergrond van catastrofe. De aarde is zwart en de lucht is bewolkt, en wat lijkt op een straal gesmolten lava spuit uit de grond. Misschien is dit een beeld van het einde van de wereld. Gedachten aan de klimaatcrisis en de onevenredige impact ervan op landen en mensen in het Mondiale Zuiden komen voor de geest. Maar dit kan evengoed een moment van wedergeboorte zijn. Een scheppingsmythe in de maak, net zoals ‘Tectonic Shift, 2019’, het paradijselijke spektakel biedt van twee geliefden die elkaar omhelzen tegen een groene achtergrond, zoals het eerste koppel aan de dageraad van een nieuwe wereld.
Zwart zijn in de foto’s van Ụzọchukwu betekent verbonden zijn met de natuur op een diepgaand niveau van betrokkenheid en uitwisseling. Het betekent erfgenaam zijn van een levende planeet. Duizenden jaren lang hebben gekleurde volkeren over de hele wereld de aarde in hun mythen, dromen en gebeden voorgesteld als een rooster van soorten en systemen. Ze hebben het vele namen gegeven, zoals de geleerde Donna Harway opsomt: “Naga, Gaia, Tangaroa (uitbarsting van watervolle Papa), Terra, Haniyasu-hime, Spider Woman, Pachamama, Oya, Gorgo, Raven, A’akuluujjusi, en nog veel meer.” In de foto’s van Ụzọchukwu zien we nog meer manieren van leven in de wereld en leven met de wereld. Andere scènes van het zwarte wezen. Andere eindes en een nieuw begin.