Apple en Meta voeren in Europa oorlog over de balans tussen interoperabiliteit en privacy. Reuters rapporten.
De strijd concentreert zich op die van de Europese Unie Wet digitale markten (DMA), een concurrentieregelgeving die vereist dat aangewezen poortwachters (waaronder Apple en Meta) de toegang van rivalen tot zogenaamde kernplatformdiensten niet beperken. In het geval van Apple betekent dit: iOS, iPadOS, App Store en Safari. Maar de zorg lijkt hier vooral gericht te zijn op iOS.
De iPhone-maker heeft zijn afkeer voor de DMA niet onder stoelen of banken gestoken, maar zijn laatste aanvallen zijn gericht op Meta, in plaats van op de pan-EU-wetgeving zelf – waarschijnlijk zoals EU-handhavers dat ook doen. actief nadenken hoe de DMA-interoperabiliteitsvereisten op Apple zouden moeten gelden.
Woensdag onthulde Apple dat Meta meer interoperabiliteitsverzoeken (15) heeft gedaan dan enig ander bedrijf, wat erop duidt dat het op zoek is naar verreikende toegang die slecht zou kunnen zijn voor de privacy en veiligheid van gebruikers.
Als het alle verzoeken zou inwilligen, waarschuwde Apple dat Meta’s apps (Facebook, Instagram, Messenger, Threads en WhatsApp) Meta in staat zouden kunnen stellen „al hun berichten en e-mails op het apparaat van een gebruiker te lezen, elk telefoongesprek te zien dat ze voeren of ontvangen , houd elke app bij die ze gebruiken, scan al hun foto’s, bekijk hun bestanden en agenda-afspraken, log al hun wachtwoorden in, en meer.”
De socialemediagigant sloeg terug door Apple te beschuldigen van het verzinnen van privacy-excuses “die geen enkele basis hebben in de werkelijkheid” om de toegang te dwarsbomen.