De nihilistpinguïn van Werner Herzog
In dit fragment uit mijn favoriete Werner Herzog-film, Ontmoetingen aan het einde van de wereldmijmert de regisseur over de geestelijke gezondheid van pinguïns en observeert een eenzame pinguïn die de verkeerde kant op gaat. Van een waardering voor deze pinguïnscène geschreven door Tim Cooke voor Little White Lies:
Herzog legt vervolgens uit dat de pinguïn niet naar de voedselgebieden aan de rand van het ijs zal gaan, en ook niet zal terugkeren naar de kolonie; in plaats daarvan gaat hij regelrecht de bergen in, “zo'n 70 kilometer verderop”. Hem vangen en terugbrengen zal geen verschil maken; hij draait zich gewoon om en gaat weer naar het binnenland. “Maar waarom?” vraagt Herzog. Vervolgens zien we beelden van een andere van deze ‘gestoorde’ pinguïns, 80 kilometer uit koers, die op zijn buik naar een wisse dood glijdt. Deze beelden van de eenzame vogels die naar hun ondergang marcheren, slechts zwarte stippen tegen de witte uitgestrektheid, zijn perfect in hun weergave van eenzaamheid en verlatenheid.
De scène is dus een prachtige tragikomedie, die dient als een zuur tegengif voor de pluizige charme van films als The March of the Penguins, die twee jaar eerder uitkwam. Het is een toneelstuk in een toneelstuk; meesterlijk opgebouwd, levert het een flinke emotionele klap op. Het is in deze constructie en in deze zelfreflexieve stijl dat waarheid en openbaring gevonden kunnen worden – de extatische waarheid van Herzog dus. De natuurlijke wereld, zoals we hebben geleerd van de verschrikkingen van Grizzly Man, is niet gemakkelijk te vergelijken met de onze. De structuren die we voor onze verhalen aannemen – of ze nu tragisch, romantisch of komisch zijn – passen niet zo goed bij de natuur, en Herzog weet dit. Feiten over de motivaties en denkprocessen van de pinguïns blijven onbereikbaar. We bekijken het verhaal zoals de filmmaker het opbouwt: door een uitsluitend menselijke lens.