Mensen prijzen dichters vaak vanwege hun gevoelvolle zinswendingen en hoe ze diepe emoties kunnen oproepen op een manier die uniek menselijk aanvoelt. Het blijkt dat AI misschien nog beter in staat is om onze harten te raken, aldus een onlangs gepubliceerde publicatie studie in wetenschappelijke rapporten. Niet alleen hebben mensen moeite om het verschil te zien tussen door AI gegenereerde en door mensen geschreven poëzie, maar velen geven de voorkeur aan door AI vervaardigde gedichten boven gedichten die door menselijke inspanning zijn geproduceerd, tenminste totdat ze de siliciumziel achter de woorden ontdekken.
De onderzoekers van de Universiteit van Pittsburgh testten hoe goed lezers konden identificeren wanneer een gedicht was geschreven OpenAI'S ChatGPT-3.5 AI-model of door Shakespeare, Emily Dickinson, TS Eliot en anderen in het pantheon van Engelstalige poëzie. Ruim 1.600 deelnemers lazen een willekeurige mix van tien gedichten, de helft door mensen en de helft door het AI-model. Velen dachten niet alleen dat mensen de AI-gedichten schreven, maar dat de door mensen geschreven gedichten het minst waarschijnlijk als zodanig werden gemarkeerd.
Blijkbaar werd de complexiteit van menselijke poëzie ten onrechte aangezien voor verwarrend AI-geklets. Door de complexiteit te vermijden die vaak wordt aangetroffen in het werk van klassieke dichters, kan AI-poëzie herkenbaarder en minder intimiderend aanvoelen – eigenschappen die lezers onbewust toeschrijven aan menselijke creativiteit.
„We ontdekten dat door AI gegenereerde gedichten gunstiger werden beoordeeld op kwaliteiten als ritme en schoonheid, en dat dit bijdroeg aan hun onjuiste identificatie als door mensen geschreven gedichten“, schreven de onderzoekers. „Onze bevindingen suggereren dat deelnemers gedeelde maar gebrekkige heuristieken gebruikten om AI te onderscheiden van menselijke poëzie: de eenvoud van door AI gegenereerde gedichten kan voor niet-experts gemakkelijker te begrijpen zijn, waardoor ze de voorkeur geven aan door AI gegenereerde poëzie en de complexiteit van menselijke gedichten verkeerd interpreteren.“ als incoherentie gegenereerd door AI.”
Poëtische AI
Het onvermogen van veel mensen om te vertellen wanneer een gedicht door AI is geschreven, is verrassend, evenals de voorkeur voor poëzie geschreven door AI totdat de auteur wordt onthuld. Maar het is eerder een teken dat poëzie niet altijd gemakkelijk te ontleden is, vooral als ze niet eigentijds is. En het betekent dat AI vandaag de dag de neiging heeft om een zo groot mogelijk aantal mensen aan te spreken, net zoals haar andere producten.
We gaan er vaak van uit dat de menselijke creativiteit inherent superieur is of dat we intuïtief het werk van een medemens kunnen herkennen. Maar naarmate AI-instrumenten verbeteren, worden deze aannames steeds meer op de proef gesteld. Dit is ook niet alleen een academische oefening. Het heeft reële implicaties voor de kunst, het onderwijs en de manier waarop we creatief werk waarderen in een wereld waarin machines nu serieuze concurrenten zijn.
De bevindingen suggereren ook dat naarmate AI een steeds geavanceerder creatief instrument wordt, we wellicht de traditionele definities van kunstenaarschap moeten heroverwegen. Het gaat niet noodzakelijkerwijs om de vraag of een AI kan ‘voelen’ of ‘voorstellen’, maar om hoe de output ervan resoneert met het publiek.
Maar misschien is het het beste om het laatste woord over menszijn en poëzie over te laten aan een dichter die veel over beide heeft geschreven. Hier is „Ik ben een pakket van ijdele inspanningen gebonden“ door Henry David Thoreau:
Ik ben een pakket van ijdele inspanningen gebonden
Door een toevallige band samen,
Bungelend op deze manier en dat, hun links
Waren zo los en breed gemaakt,
Denkt,
Voor milder weer.
Een bosje viooltjes zonder wortels,
En zuring vermengd,
Omringd door een sliertje stro
Eenmaal opgerold rond hun scheuten,
De wet
Waarmee ik vast zit.
Een ruiker die de Tijd van buitenaf vastgreep
Die mooie Elysische velden,
Met onkruid en gebroken stengels, in haast,
Doth maakt het gepeupel op de vlucht
Dat afval
De dag dat hij zich overgeeft.
En hier bloei ik een klein uurtje ongezien,
Mijn sappen opdrinken,
Zonder wortel in het land
Om mijn takken groen te houden,
Maar staan
In een kaal kopje.
Er bleven wat zachte knoppen op mijn stengel achter
In nabootsing van het leven,
Maar ach! de kinderen zullen het niet weten,
Tot de tijd ze heeft verdord,
Het wee
Waarmee ze vol zijn.
Maar nu zie ik dat ik niet voor niets geplukt ben,
En daarna in de vaas van het leven
Van glas gezet terwijl ik zou kunnen overleven,
Maar door een vriendelijke hand gebracht
In leven
Naar een vreemde plek.
Die aldus uitgedunde voorraad zal binnenkort zijn uren verzilveren,
En tegen nog een jaar,
Zoals God weet, met vrijere lucht,
Meer fruit en mooiere bloemen
Zal dragen,
Terwijl ik hier wegzak.